De kunstenaarskolonie in Oosterbeek ontstaat met de komst van Johannes Warnardus Bilders en Frederik Hendrik Hendriks, wier adressen al snel een vaste ontmoetingsplek worden voor kunstenaars. In de jaren vijftig en zestig arriveren jonge kunstenaars, zoals Anton Mauve, de gebroeders Maris, en Gerard Bilders. Van een romantisch realistische stijl vinden zij al schilderend in de buitenlucht een stijl waarin de stemming van de natuur, vooral het lichtspel tussen de bomen, in losse toetsen wordt gevangen.
Een nieuwe impuls aan de schilderkunst op de Veluwezoom wordt gegeven door Théophile de Bock wanneer deze zich nog voor 1900 in Renkum vestigt. Hij richt in 1902 kunstvereniging Pictura Veluvensis op en stimuleert daarmee een nieuwe generatie landschapschilders, die tot de eerste helft van de twintigste eeuw actief zijn.
Een kort hoofdstuk is geweid aan de geschiedenis van de dorpen van de Veluwezoom in de gemeente Renkum. Tussen de illustraties een beschrijving per schilder. Het accent van dit boek ligt op de werkstukken en portretten van vele, ook minder bekende kunstenaars. Met een personen-index en literatuurlijst. Het boek is deel van een reeks over schilders in een bepaalde plaats of streek.
Dit boek kwam tot stand met steun van Derksen Veilingbedrijf, Gemeente Renkum, Notarishuis Arnhem, Stichting De Gijselaar-Hintzenfonds, Stichting De Roos-Gesink, Stichting Museum Veluwezoom, Stichting Steunfonds Kruiswerk Gemeente Renkum, Stichting Vrienden van Museum Veluwezoom.