Auteur: Else Maas
Uitgever: Stichting ‘De Haagse School’, Doorwerthse str. 1, 6866 HG, Heelsum, mmv Gemeente Renkum, 1983
ISBN 90-9000505-6
pagina’s: 96, met zwart-wit illustraties
Uitvoering: ingenaaid, met kartonnen kaft, 22-14 cm
Voorzien van gedocumenteerde informatie: namenregister, noten en literatuurlijst.
Hierin wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van Oosterbeek en omgeving van eenvoudig boerendorp tot een aantrekkelijke verblijfplaats, aanvankelijk voor de adel, naderhand voor een ontwikkelde elite uit de steden en voor kunstenaars. De aanleg van de spoorlijn in 1845, met een station in Wolfheze, vergemakkelijkte de reis. Daar aangekomen kon men al genieten van de heuvelachtige heide, de diepliggende beken met de oude eiken en dennen. Daar kon men schilders aantreffen, sjouwend met hun spullen, de schildersbent rond Johannes Wernardus Bilders. Al eerder had Willem Roelofs het mooie gebied ontdekt. Velen volgden zoals Paul Gabriel, Jan de Haas, Anton Mauve, Willem en Jacob Maris.
De andere schilder die zich in Oosterbeek had gevestigd en leerlingen trok was F.H.Hendriks. Bekendste leerlingen zijn Pieter Oerder en Jacob Cremer, naast schilder ook schrijver.
In Oosterbeek hadden zich ook de schilderessen Maria Vos en Adriana Haanen gevestigd, en later Marie Van Bosse, die met de veel oudere J.W. Bilders trouwde.
Een centrale figuur is de gefortuneerde Leidse Jan Kneppelhout met zijn buitenverblijf de Hemelseberg. Schrijver en mecaenas in Oosterbeek en Leiden. Beschreven wordt zijn verbinding met Alexander Verhuell, Peter de Genestet, met de jonge schilder en schrijver Gerard Bilders en de veelbelovende violist Jan Graan. Door brieven en dagboeken komen we meer te weten, vooral over de levensloop van Gerard Bilders en over zijn gevoelens, hoewel dat laatste een interpretatie blijft vanwege 19e eeuwse sociale verhoudingen.
Naderhand komen o.a. Hendrik en Sientje Mesdag – van Houten en Jacob van Lennep in hotel Schoonoord.
Een zorgvuldig gedocumenteerde boekje met verhalen over de vele schilders en schrijvers die tussen 1840 en 1870 in Oosterbeek kwamen werken, hun reizen en contacten.