Menu

Willem Roelofs (1822 – 1897)

De adem der natuur

Auteur: Marjan van Heteren, Robert-Jan te Rijdt e.a.
Uitgever: THOTH Bussum, Museum Jan Cunen, Oss, Kunsthal Rotterdam
Jaar: 2006
Pagina’s: 208, vele illustraties door de tekst heen, in kleur en zwart-wit.
ISBN 10 90 6868 432 9
Deze publicatie verscheen tegelijk met de tentoonstelling ‘Willem Roelofs, De adem der natuur’, in museum Jan Cunen te Oss, nov 2006- feb 2007, en in de Kunsthal Rotterdam, mrt – mei 2007

Willem Roelofs groeide op in Utrecht. Zijn moeder aquarelleerde en tekende bloemstudies. Zijn ouders hadden belangstelling voor letterkunde en beeldende kunst, en een kunstzinnige en intellectuele kennissenkring. Hij kreeg al jong tekenles bij Kunstliefde in Utrecht. Daarna in Den Haag bij de landschapsschilder Hendrik van de Sande Bakhuysen.

Roelofs specialiseerde zich in ruime, vaak natte landschappen met koeien in beweging, liefst door het water lopend. Dynamisch met een opvallende lichtval en toch in een uitgebalanceerde voorstelling. Een zonnige zomerdag, vaak met dreiging in de lucht. Aanvankelijk zijn er figuren aan het werk, later gaat de natuur zelf spreken. Op zijn reizen schetste en schilderde hij rotspartijen, heidevelden, boerderijen onder boompartijen. Hij bezocht Fontainebleau, trok langs de Rijn, kwam ook in Oosterbeek. Met zijn leerling Mollingen reisde hij rond in Drenthe. Zijn olieverfstukken zijn soms imposant, eerst nog met gedetailleerd uitgewerkte bomen. Aquarellen maakte hij vaak naar schilderijen die hij verkocht. Voorstudies in olieverf zijn directer en spontaner. Toch bleef hij gedegen uitwerken, vond de nieuwere kunststroming te onbedachtzaam. Een artikel is geweid aan de pigmenten die hij gebruikte, zijn pasteuze techniek met opnames van verflagen. Tussendoor verdiepte hij zich ook in insecten en heeft een verzameling snuitkevers opgebouwd.

Met een uitvoerige naar datum gerangschikte biografie, beschrijving van werkstukken en werkwijzen, en diverse bijlagen zoals zijn verkoopboekjes, vele verwijzingen.