Baukema, Sieger;* geboren Oudemirdum (gem. Gaasterland) 3 april 1852, overleden Arnhem 10 september 1936. Noemde zich: Sieger Jan Baukema, huwde in 1887 met de schilderes Maria Johanna Philipse. Woonde en werkte in Oudemirdum (was aanvankelijk onderwijzer), Groningen, Delft, Deventer 1882-1884, Arnhem 1884-1894, in Heelsum tot 1899; daarna in Arnhem. Leerling van de Academie ‘Minerva’ te Groningen o.l.v. J.H. Egenberger, studeerde in Delft o.l.v. P. Tetar van Elven en A. le Comte (behaalde akte M.O. tekenen). Schilderde en tekende portretten, later meer landschappen, vooral in zijn Heelsumse tijd 1894-1899, mede op advies van Th. De Bock. Van 1881-1884 leraar H.B.S. (tekenen) en directeur van de Tekenschool in Deventer, van 1884-1896 directeur (van 1896 tot 1914 om gezondheidsredenen onderdirecteur en leraar) van ‘Kunstoefening’ in Arnhem. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Arnhem. Gaf les aan W. Dekker, Th.H.B.J. Groeneveld, A.M. Hendriks, J.A. Jakma, E.M. Keer, L.L.P. de Leeuw, C.W. Marchant, A.J. Nieuwenhuis, E.E.P. Rink, P.J. v.d. Ven, H.C.G.M. Verstijnen, W.J. Willemsen.