Markus, Antoon; geboren Arnhem 7 september 1870, overleden. Oosterbeek 17 december 1955. Woonde en werkte te Arnhem, Dordrecht, België, Amsterdam 1888-1891, Damme, Londen, Arnhem 1896-1901, Haarlem na 1903, Arnhem en jarenlang in Oosterbeek, waar hij enige tijd woonde in de ‘Geldersche Bloem’. Maakte reizen naar Frankrijk (Parijs) en de Ardennen. Leerling van zijn vader te Arnhem en van de Rijksacademie te Amsterdam (1888-1891) o.l.v. A. Allebé. Schilderde en tekende, onder invloed van de schilders van Barbizon,
bosachtige landschappen en rivierlandschappen, waarin hij zijn voorkeur liet zien voor een lage horizon, zoals men bij die Van Gooyen en later Weissenbruch aantreft. Ook stadsgezichten, portretten en een enkel stilleven. Was lid van ‘Artibus Sacrum’ te Arnhem en ‘Arti et Amiticiae’ te Amsterdam.
“Hij is als zwerver in den nacht
En doler door het eenzaam oord,
Waar nooit ’n lichtken vonken zal
En weêrklank vindt zijn vragend woord….”
“Hoe bestaat hij er? Hij schildert er veel uit zijn herinnering,
wat hem in ziel van zijne reizen bleef.
Hij schildert er alleen.
Des avonds in het mat-gouden licht van een olielamp, leest hij er Thomas à Kempis, bemijmert er nieuwe schetsen.
Hij leest en hij mijmert alleen. Dan kruipt hij in een kast, tot bedsteê ingericht, haha, een gore rood-wit-blauwe vlag, een oranje vaan vlekt, en poogt te slapen. Hij slaapt er alleen, en schreit er ook vaak zijn verdriet uit om dat alleene’.
En: ‘Dan schuift hij des middags aan tafel van een naburigen boer zijn stoel bij om met hen
het maal te verorberen. Dan haalt hij den volgenden ochtend uit de kolk bij zijn
woon de puts water voor zijn thee, die hij in een morsig kanneke zet.
Dan snijdt hij een schamele korst brood, verkauwt, al drentelend over
het rommelige atelier, zijn ontbijt…..”
(Leo Lauer, Van een Wilden Dromer, in: Het Leven, Tiende Jaargang, no.12, 23 maart 1915).
Biografie Anton Markus