De verzameling kunstwerken van Museum Veluwezoom is zo langzamerhand vrij divers geworden. De Gemeente Renkum legde het fundament voor de collectie met het bezit van kunst, aldaar gemaakt door er (vaak tijdelijk) verblijvende kunstenaars. Omstreeks 1840 groepeerde zich om Oosterbeek een aantal kunstenaars die aangetrokken door het fraaie landschap, graag werkte in de vrije natuur “en plein air”, naar voorbeeld van het Franse dorp Barbizon. Zo ontstond de eerste Nederlandse kunstenaarskolonie (±1840-1870) rond de charismatische schilder J.W. Bilders. Een aantal van deze schilders maakte later naam als Haagse School. Overal in Europa ontstonden in die tijd kunstenaarskolonies, nu verenigd in de organisatie EuroArt. Een latere groepering rond Th. de Bock (Haagse School, tweede generatie) richtte in Renkum de kunstvereniging Pictura Veluvensis op (1902-1935). De hieraan verbonden kunstenaars werkten hier graag in de natuur, maar hun keuze was al minder daaraan gebonden.
Met “Beeldrijmen uit eigen collectie” heeft deze tentoonstelling kleine groepjes van 2 of 3, soms 5 werken bij elkaar bracht. Die werken “hebben iets met elkaar”. Dat “iets” kan de inhoud zijn (Vergezicht of Bospaadje), maar een beeldrijm wordt eerder bepaald door dezelfde sfeer die in dat groepje werken heerst. Drie portretten bij elkaar, omdat ze zo´n leuk gezinnetje vormen, al hebben ze elkaar nooit gekend. Kleur is heel verbindend voor een beeldrijm of de manier van schilderen. Zo ontstaat met beeldrijmen een tentoonstelling die niet één kunstenaar centraal stelt of een bepaalde periode belicht.
De beeldrijmen vormen samen een speelse doorsnee van de collectie van Museum Veluwezoom.
Terug naar…tentoonstellingen die geweest zijn.