Menu

Magie van de Veluwezoom

titel: Magie van de Veluwezoom 
auteur(s): Jeroen Kapelle (samensteller), m.m.v. Saskia de Bodt, Hanna Klarenbeek, Ineke den Hartog, Ria Laanstra, Esther Dieljes
uitgever: Uitgeverij Terra-Lannoo BV, Arnhem 2006
Gebonden met harde kaft, 256 pagina’s, 29,5-25 cm, vele illustraties ook in groot formaat, schilderijen en tekeningen in z/w en kleur
Taal: Nederlands

ISBN 13:978-90-5897-470-9 / ISBN 10:90-5897-470-7
NUR 646

De Zuidelijke Veluwezoom kende tussen 1840 en 1900 een rijk cultureel leven. Veel kunstenaars uit het westen bezochten de Veluwezoom om daar de beboste heuvels met hun bronbeken, de heide en de fraaie rivierzichten op hun doeken vast te leggen. Zij verbleven onder elkaar in Oosterbeek, een goed bereikbaar pittoresk dorp met zowel een autochtone boerenbevolking als schrijvers en mecenassen van buitenaf, die er in hun buitens woonden. Oosterbeek ontwikkelde zich als eerste tot kunstenaarskolonie in Nederland.

In dit prachtig vormgegeven en rijk geïllustreerde boek wordt de periode 1840 – 1900 uitvoerig belicht vanuit diverse perspectieven:
– De veranderende zienswijzen over de natuur en het landschap. De kunstenaars streefden naar ultieme schoonheid, realistisch en met enige ‘Weltschmerz’, of waren op zoek naar een magische atmosfeer met het accent op de lichtval. Later was er een groeiende behoefte aan directheid, aan echtheid tegenover de gekunsteldheid van het uitwerken in een atelier.
– Het schilderachtige landschap van de Veluwezoom en de ontwikkeling van Oosterbeek wordt beschreven. Uitgebreid komen de mensen aan bod die van invloed waren op de groei en betekenis van Oosterbeek, van voor en tijdens de komst van kunstenaars en toeristen. De locaties waar kunstenaars samenkwamen, de bekende herbergen, pensions en landhuizen, en wie bij wie logeerde. Ook de schrijvers, dichters en musici die in Oosterbeek verbleven.
– In de loop van de 19e eeuw verbeterde de bereikbaarheid. Per stoomboot vanaf Rotterdam met een halte bij het Drielse veer, per diligence over de Utrechtse weg, en vanaf 1850 met de stoomtrein tot Wolfheze of tot Arnhem, vanwaar men de stoomtram kon nemen.
– Er wordt een hoofdstuk besteed aan de religieuze aspecten van de natuurbeschouwing in de 19e eeuw. De diverse religieuze stromingen en bijeenkomsten bij de Wolfhezense heide.
– Naast de schilders van beroep met hun wisselende financiële situatie waren er de dilettanten. Zij schilderden en tekenden uit liefhebberij, net als musiceren en dichten een respectabele bezigheid van welgestelden. Zij kregen lessen van beroepskunstenaars en sommigen deden even ambitieus mee aan tentoonstellingen, zo ook enkele dames. Daarnaast hadden zij de mogelijkheid om kunstenaars te ontvangen en te ondersteunen.
– Voor veel schilders was een reis door Duitsland zeker zo belangrijk als naar Frankrijk of Italië, per boot over de Rijn. Er waren een aantal pleisterplaatsen waar men tenminste een paar dagen verbleef, zoals Kleef en Düsseldorf en stroomopwaarts naar romantische rotspartijen zoals bij het Ahrdal. Diverse reisverslagen komen aan bod, de invloed van B.C.Koekkoek, A.Schelfhout en de Wandelingen van J.F.Christ.
– De geschiedenis van Arnhem wordt besproken, met de kunstenaars en hun achtergrond. Kunstoefening en kunstenaarsverenigingen zoals Artibus Sacrum, de tentoonstellingen in Musis Sacrum. Naast vele kunstenaars komen de invloedrijke personen en families aan bod.
– Een hoofdstuk is geweid aan de kunstkritiek vanaf het midden van de 19e eeuw, met de invloed van verslagen van tentoonstellingen en de nieuwe kunsttijdschriften.
-De focus van dit boek blijft in de 19e eeuw: In een epiloog wordt de groep rond Theophile de Bock beschreven, die rond en na 1900 een hernieuwde belangstelling voor de Veluwezoom bracht en met Pictura Veluvensis later regionale bekendheid verwierf.

Inclusief een bijlage van deelname aan de grote tentoonstellingen van levende (ca. 200) kunstenaars, gehouden tussen 1840 en 1900. De lijst is geselecteerd op diegenen die (ook) in deze regio werkzaam waren, waaronder A.J. Couwenberg, F.H. Hendriks, P. Oerder, J.W. Bilders, Marie Bilders-van Bosse, Maria Vos, C.H. Meiners, C.H. de Swart, J.H. de Haas, W. Maris, A. Mauve.
Met namenregister, en verwijzingen per hoofdstuk.